Waarderingsgrondslagen

Algemeen

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). De jaarrekening is opgesteld in euro’s.

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het betreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

(Im)materiële vaste activa

De (im)materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de vervaardiging- of de verkrijgingsprijs verminderd met de eventuele bijdragen van derden. Hierbij omvat de vervaardigingsprijs de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in de door de raad vastgestelde notitie Waardering en Afschrijving.

De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de eventuele bijkomende kosten. De netto investering wordt door jaarlijkse afschrijvingen ten laste van de exploitatie gebracht. De afschrijvingen gebeuren over het algemeen op lineaire basis en worden bepaald door de verwachte levensduur. Investeringen met een relatief geringe betekenis worden in het jaar van aanschaf direct ten laste van de exploitatie gebracht. Bijdragen in activa van derden kunnen worden geactiveerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage, verminderd met de afschrijving.

Materiële vaste activa

Elke twee jaar worden de strategisch gronden getaxeerd. In 2018 zijn de strategisch gronden door een extern bureau getaxeerd. In 2019 hebben er geen taxaties plaatsgevonden.

Financiële vaste activa

Deze activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde verminderd met de ontvangen aflossingen, voorzieningen voor mogelijke oninbaarheid en eventuele duurzame waardeverminderingen. De deelnemingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs.

Materiële gebeurtenis na balansdatum

In maart 2020 zijn alle aandelen van de Eneco Groep N.V. verkocht waarvoor een bedrag is ontvangen van €85.395.723. De aandelen op de balans gewaardeerd voor een bedrag van € 1.042, waardoor in 2020 een incidentele bate wordt gerealiseerd van € 85,4 mln. Dit heeft forse gevolgen voor het eigen vermogen, liquiditeit en solvabiliteit.

Voorraden

De onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, verminderd met de nominale waarde van de opbrengsten dan wel lagere marktwaarde.

Voorraden grondexploitatie

Winstuitnames

In de notitie grondexploitaties 2019 van de commissie BBV zijn de regels voor tussentijds winstnemen beschreven. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat realisatie van winst moet worden uitgesteld tot daarover voldoende zekerheid bestaat. Dit betekent echter niet dat pas winst moet worden genomen bij het afsluiten van het grondexploitatiecomplex. Voor winstneming geldt de “percentage of completion”-methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd moet tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Dit is mogelijk wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen die aan het project zijn verbonden naar de gemeente zullen toevloeien.

Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:

  • Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
  • De grond(of het deelperceel) moet zijn verkocht; én
  • De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

Volgens het realisatiebeginsel dient in die gevallen de winst ook te worden genomen.

Risico’s - gewogen bandbreedtemethode

In de nota reserves en voorzieningen is aangegeven dat voor de risico’s uit de grondexploitaties een voorziening moet worden getroffen, indien de kans dat het risico zich voordoet groter is dan 50%.

De gemeente heeft bij de actualisatie van de grondexploitaties de risico's geïnventariseerd en gewaardeerd. Voor elk risico is een onderbouwde effectberekening opgesteld en kans van optreden ingeschat door het betrokken projectteam. Daarnaast worden voor de verschillende risico’s maatregelen benoemd en verantwoordelijken aangewezen. Om te bepalen welke deel van de risico's moet worden afgedekt binnen de grondexploitatie en welke risico's afgedekt moeten worden door het weerstandsvermogen wordt de gewogen bandbreedtemethode gebruikt.

De gewogen bandbreedtemethode gaat uit van het kwantificeren van een effect en de kans (percentage) dat een effect (risico) zich voordoet. Uitgangspunt van deze theorie is dat niet alle risico’s zich daadwerkelijk voor zullen doen. Dit wordt verwerkt door de risico’s te wegen aan de hand van een kans van optreden. Alle gewogen risico’s van de grondexploitatie opgeteld vormen het totale risicoprofiel. Tezamen vormt dit het gewogen risico. Dit wordt uitgedrukt in een risico-bandbreedte ten opzichte van het basisresultaat van de grondexploitatie.

Voor een toelichting op de risico’s wordt verwezen naar de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’.

Uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan 1 jaar

De uitzettingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor de verwachte oninbaarheid van debiteuren wordt op het debiteurensaldo een voorziening dubieuze debiteuren in mindering gebracht.

Liquide middelen

Deze activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Overlopende activa

Deze activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Reserves

De reserves vormen gezamenlijk het eigen vermogen van de gemeente dat uit bedrijfseconomisch oogpunt vrij is te besteden. Bij de reserves wordt onderscheid gemaakt in de algemene reserve en de bestemmingsreserves. Het gemeentebestuur heeft aan verschillende reserves een bestemming gegeven waardoor deze reserves zijn afgezonderd voor besteding aan een specifiek doel. De reserves zijn nominaal gewaardeerd.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichtingen c.q. het voorzienbare verlies. De onderhouds-egalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarbij rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid terzake nader uiteengezet.

De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. Een wethouder heeft bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd recht op een APPA-pensioen vanwege het wethouderschap. Hiervoor wordt door de gemeente een voorziening gevormd ter dekking van de toekomstige pensioenverplichting. Jaarlijks wordt op basis van individuele actuariële berekeningen het bedrag berekend dat moet worden toegevoegd aan de voorziening.

De gehanteerde grondslagen voor de actuariële berekeningen van de wethouderspensioenen per 31-12-2019 zijn geactualiseerd (schattingswijziging);

  • een rekenrente van 0,666% (per 1 januari 2020);
  • de sterftetabel GBM/GBV 2013-2018 wordt gehanteerd;
  • er wordt rekening gehouden met een leeftijdsterugtelling van 0 jaar voor mannen en vrouwen.

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende schulden

De vlottende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Overlopende passiva

Deze passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borgstellingen en garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.

Rekening van baten en lasten

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijkse terugkerende arbeids-gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt: daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.