Lokale heffingen

Inleiding

De paragraaf lokale heffingen bevat, conform het BBV, een overzicht van inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen en een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, de lokale lastendruk en een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

In de Gemeentewet en een aantal bijzondere wetten is geregeld welke heffingen (belastingen en retributies) de gemeente mag heffen.

In de gemeente Pijnacker-Nootdorp worden de volgende gemeentelijke heffingen geheven:

  • onroerendezaakbelastingen;
  • afvalstoffenheffing;
  • rioolheffing;
  • hondenbelasting;
  • toeristenbelasting;
  • leges.

Voor 2019 was de totale opbrengst van de gemeentelijke heffingen geraamd op € 24,023 mln. De werkelijke opbrengst bedroeg €24,375 mln. In onderstaande grafiek is per onderdeel aangegeven wat het aandeel in de opbrengsten in 2019 was.

De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor de verschillende heffingen vast. Uitgangspunt bij tariefsverhogingen van belastingen is dat de autonome meeropbrengst gelijk is aan de inflatiecorrectie. Voor 2019 was dit 2 % ten opzichte van de opbrengsten van 2018. Daarnaast wordt bij de begrote opbrengst ook rekening gehouden met de uitbreiding van het aantal woningen en bedrijven. De begrote opbrengsten zijn hiervoor met 2,3 % verhoogd. Voor de rechten geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten die samenhangen met het leveren van de diensten. De gemeente Pijnacker-Nootdorp hanteert het standpunt dat de rechten daar waar mogelijk 100% kostendekkend zijn.

Onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

OZB zijn belastingen die geheven worden over in de gemeente gelegen onroerende zaken. De hoogte van de aanslag OZB wordt bepaald door de WOZ-waarde, waarop vrijstellingen van toepassing kunnen zijn. Voor de OZB van belastingjaar 2019 is de WOZ-waarde bepaald naar de waardepeildatum 1 januari 2018. OZB zijn zogenaamde tijdstipbelastingen; bepalend voor de belastingplicht is de situatie op 1 januari van het belastingjaar. Veranderingen na 1 januari, zoals verkoop van een onroerende zaak of een verhuizing, hebben geen invloed op de belastingheffing.

Bij de OZB worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woningen, maar ook voor eigenaren en gebruikers. Er zijn daardoor verschillende soorten aanslagen OZB, namelijk:

  • OZB voor eigenaren van niet-woningen;
  • OZB voor gebruikers van niet-woningen;
  • OZB voor eigenaren van woningen.
2019

Over 2019 bedraagt de gerealiseerde OZB-opbrengst € 10,0 mln. Dit is € 61.000 hoger dan begroot. De volledigheidscontrole moet nog plaatsvinden. Er is geen bedrag aan nog op te leggen aanslagen opgenomen.

Afvalstoffenheffing

De opbrengst van de afvalstoffenheffing dient ter dekking van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. De geraamde baten mogen niet uitgaan boven de geraamde lasten, met andere woorden de opbrengst mag maximaal 100% kostendekkend zijn op begrotingsbasis. De kosten van verwijdering van bedrijfsafval brengt de gemeente niet in rekening via belastingheffing, maar via privaatrechtelijke overeenkomsten.

De afvalstoffenheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De grondslag voor de afvalstoffenheffing is het aantal personen per huishouden. Op basis van het uitgangspunt de vervuiler betaalt en het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid, kent de gemeente een gedifferentieerd tarief, namelijk voor:

  • een éénpersoonshuishouden;
  • een tweepersoonshuishouden;
  • een meerpersoonshuishouden.

In 2019 was de begrote opbrengst van de afvalstoffenheffing € 6,129 mln. De werkelijke opbrengst bedroeg €6,081 mln. Hierdoor is voor een bedrag van € 48.000,- minder opgelegd. De oorzaak ligt in een latere oplevering van woningen in de loop van het jaar. Afvalstoffenheffing kan namelijk pas worden opgelegd als de woningen bewoond zijn.

Kwijtschelding afvalstoffenheffing

Voor kwijtschelding van afvalstoffenheffing was een bedrag begroot van € 197.397. De werkelijke kwijtschelding was € 183.225, waarvan € 22.612 betrekking had op 2018 en eerder.

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing

De kostendekkendheid op het product reinigingsrechten is 91,02%:

Bedragen * € 1000

directe kosten (loon + materiaal

directe kosten(afdrachten)

indirecte kosten(overhead)

Subsidie Overige inkomsten

Opbrengsten

kosten-dekking realisatie

Reiniging

-1.549

-5.439

-36

308

6.081

91,02%

Volledigheidscontrole 2017 en 2018:

Voor het belastingjaar 2017 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van € 2.123 aan aanslagen afvalstoffenheffing opgelegd. Daar staat tegenover dat er ook ten onrechte opgelegde aanslagen zijn ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereed van € 2.047 op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2017.

Voor het belastingjaar 2018 is een bedrag van € 14.100 meegenomen naar 2019 als nog op te leggen heffing. Dit bedrag is opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een minder-opbrengst gegenereed van € 3.942 op de afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2018.

Rioolheffing

De opbrengsten rioolheffing dient voor het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor de watertaken. Deze watertaken zijn het inzamelen en transporteren van huishoudelijk afvalwater, het inzamelen en transporteren van bedrijfsafvalwater en het inzamelen en verwerken van hemelwater. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op de gebruikers van woningen en niet-woningen. Bij de begroting mag de opbrengst van de rioolheffing niet meer zijn dan de kosten. Als in de jaarrekening blijkt dat er meer opbrengsten zijn dan kosten, wordt deze meeropbrengst in een egalisatiereserve gestort.

De rioolheffing is een tijdvakheffing. Een aanslag wordt per jaar opgelegd. Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht wijzigt, wordt de belastingplicht herberekend naar het aantal volle maanden waarvoor de afwijkende belastingplicht geldt. De rioolheffing van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een afvoerrecht waarbij tariefdifferentiatie mogelijk is. Op deze wijze wordt enigszins gevolg gegeven aan het principe dat de vervuiler betaalt. Het tarief is voor een waterverbruik tot 400 m³ (voor huishoudens) gelijk. Boven dit verbruik geldt voor iedere 50 m³ afgevoerd afvalwater of een gedeelte daarvan boven 400 m³ een opslag. Deze opslag geldt voor de zogenaamde grootverbruikers.

In 2019 was € 5,013 mln. begroot. De werkelijke opbrengst van de rioolheffing was € 5,065 mln. Dit betekent dat er een bedrag van € 51.000 meer is opgelegd dan begroot. Deze meeropbrengst wordt veroorzaakt doordat bij de begroting geen rekening is gehouden met de nieuwbouw van bedrijfsunits in de gemeente.

De uitvoering van de gemeentelijke watertaken is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). In mei 2018 is het (huidige) GRP 2018-2021 vastgesteld. Conform dit GRP zijn de tarieven voor 2019 berekend naar een kostendekkendheids-percentage van 100 %.

Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2019 zijn de tarieven vastgesteld.

Kwijtschelding rioolheffing

Voor kwijtschelding was een bedrag begroot van € 175.226 de werkelijke kwijtschelding was € 148.696 waarvan € 18.318 betrekking had op 2018 en eerder.

Kostendekkendheid rioolheffing

bedragen * € 1.000

directe kosten (loon + materiaal)

directe kosten (afdrachten)

indirecte kosten (overhead)

Subsidie Overige inkomsten

opbrengsten

kosten-dekking realisatie

Riolering*

-4.906

-41

-213

83

5.065

100,00%

*het dekkingspercentage is berekend inclusief de aanvullende storting in de egalisatievoorziening riolering van € 470.000.

Volledigheidscontrole 2017 en 2018

Voor het belastingjaar 2017 heeft de laatste volledigheidscontrole plaatsgevonden. Er zijn nog voor een totaalbedrag van € 8.257 aan aanslagen rioolheffing opgelegd. Daar staat tegenover dat er ook ten onrechte opgelegde aanslagen zijn ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereed van € 7.340 op de riooheffing voor belastingjaar 2017.

Voor het belastingjaar 2018 is een bedrag van € 17.500 meegenomen naar 2019 als nog op te leggen heffing. Er is in totaal € 30.425 opgelegd, maar er zijn ook ten onrechte opgelegde aanslagen ingetrokken. Per saldo is een meer-opbrengst gegenereed van € 5.176 op de rioolheffing voor belastingjaar 2018.

Leges

De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers allerlei diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor gemaakt worden in principe verhaald op de burger die de dienst afneemt.

De leges zijn onder te verdelen in drie titels:

  • titel 1 Algemene dienstverlening (burgerzaken en overige leges);
  • titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (bouwleges);
  • titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn (horeca, evenementen en overige).

De tarieven voor 2019 zijn, waar mogelijk, met 2% inflatiecorrectie verhoogd.

In 2019 is € 163.000,- meer aan bouwleges ontvangen dan begroot. Deze meeropbrengst ligt hoofdzakelijk in de leges van de nieuwbouw. De opbrengsten van de overige leges wijken niet veel af van de begrote opbrengsten. Bij de burgerzakenleges zijn aanzienlijk minder opbrengsten dan voorgaande jaren. Dit ligt hoofdzakelijk aan de dip in de aanvragen van reisdocumenten. In 2014 werd de geldigheidsduur van reisdocumenten voor volwassenen verlengd van vijf naar tien jaar. Daardoor zijn in 2019 aanzienlijk minder reisdocumenten aangevraagd. Hier wordt bij de meerjarenbegroting 2020-2023 rekening mee gehouden.

Kostendekkendheid leges

De kostendekkendheid van de leges, per titel, is als volgt:

Kostendekkendheid Leges Titel 1

Titel 1 Algemene Dienstverlening

Hoofdstuk

omschrijving

lasten

baten

kosten-dekkendheid

1

Burgerlijke stand

€ 26.301

€ 23.571

89,62%

2

Reisdocumenten

€ 285.481

€ 278.361

97,51%

3

Rijbewijzen

€ 284.949

€ 280.571

98,46%

4

Verstrekkingen uit Basisregistratie Personen

€ 26.486

€ 12.461

47,05%

6

Vastgoedinformatie

€ 1.691

€ 1.465

86,64%

7

Overige publiekszaken

€ 32.789

€ 28.109

85,73%

8

Gemeentearchief

€ 4.317

€ 3.006

69,63%

9

Huisvestingswet

€ 902

€ 265

29,38%

14

Verkeer en vervoer

€ 43.437

€ 31.961

73,58%

Totaal Titel 1

€ 706.353

€ 659.770

93,41%

Kostendekkendheid leges titel 2

Titel 2 Fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Omschrijving

lasten

baten

Kostendekkendheid

Omgevingvergunningen

€ 1.854.124

€ 1.945.514

104,93%

Kostendekkendheid leges titel 3

Titel 3 Europeese Dienstenrichtlijn

Hoofdstuk

Omschrijving

lasten

baten

kosten-dekkendheid

1

Horeca

€ 5.040

€ 3.578

70,99%

2

Organiseren evenementen of markten

€ 4.984

€ 4.844

97,19%

3

Markt- en standplaatsgelden

€ 52.492

€ 35.420

67,48%

5

In deze titel niet benoemde beschikkingen

€ 1.050

€ 659

62,76%

Totaal Titel 3

€ 63.566

€ 44.501

70,01%

Kostendekkendheid leges totaal

baten

lasten

kosten- dekkendheid

Totaal kostendekkendheid leges

€ 2.624.043

€ 2.649.785

100,98%

Hondenbelasting en toeristenbelasting

Hondenbelasting

De hondenbelasting is een algemene belasting. Dit houdt in dat de gemeente vrij is in de bepaling van de opbrengst. Er hoeft dus geen relatie met de kosten te zijn. De hondenbelasting in Pijnacker-Nootdorp kent een progressief tarief. Dit houdt in dat voor een tweede en derde hond een hoger tarief geldt dan voor de eerste hond.

In het kader van de heffing van de hondenbelasting wordt jaarlijks een deel van de gemeente door een gespecialiseerd bedrijf gecontroleerd op het houden van honden. Door elk jaar een derde deel van de gemeente te controleren is na drie jaar overal in de gemeente gecontroleerd.

Voor 2019 zijn de tarieven met 2% inflatiecorrectie verhoogd. Tevens is rekening gehouden met areaaluitbreiding. Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2019 zijn de tarieven vastgesteld.

Toeristenbelasting

De toeristenbelasting wordt geheven van personen die verblijf houden in de gemeente, maar die niet als ingezetene in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven. De gemeente kan de aanslag toeristenbelasting opleggen aan degene die gelegenheid tot verblijf biedt. Door een wijziging van de verordening Toeristenbelasting is het nu mogelijk om in de loop van het jaar al aanslagen Toeristenbelasting op te leggen. Alleen de belastingen over het 4e kwartaal kunnen pas in het volgende jaar worden berekend en opgelegd, omdat dan pas het aantal overnachtingen bekend is.

In 2019 is een bedrag begroot van € 151.213. In de loop van 2019 is voor € 123.000 aan toeristenbelasting opgelegd. De overige € 28.000 is als 'nog op te leggen' opgenomen voor het 4e kwartaal 2019.

Voor 2019 zijn de tarieven met 2% inflatiecorrectie verhoogd. Bij de vaststelling van de Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen 2019 zijn de tarieven vastgesteld.

Kwijtscheldingsbeleid

Als een belastingplichtige niet in staat is de belastingaanslag te voldoen, kan gedeeltelijke of gehele kwijtschelding van gemeentelijke belastingen worden verleend. De gemeente Pijnacker-Nootdorp verleent kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Kwijtschelding voor kleine ondernemers en ZZP-ers is niet mogelijk. De gemeente hanteert de zogenaamde 100%-bijstandsnorm. Dit betekent dat aan iemand kwijtschelding wordt verleend als zijn inkomen gelijk is aan, of lager is dan de bijstandsnorm. Binnen de landelijke beleidsvrijheid betekent dit dat er een zo ruim mogelijk kwijtscheldingsbeleid wordt gevoerd.

Administratieve lastendruk verlagen

Om de administratieve lastendruk te verlagen is een contract afgesloten bij de Stichting Inlichtingenbureau. Dit is een informatieknooppunt, ingesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor gemeenten. Deze stichting kan voor de gemeente toetsen of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt. Dit is gebeurt voorafgaand aan de aanslagoplegging voor degene die in 2018 kwijtschelding hebben ontvangen, maar ook voor belastingschuldigen die via de website van de gemeente kwijtschelding aanvragen. Via de website worden dan een aantal vragen gesteld. Afhankelijk van de antwoorden kan automatische toesting plaatsvinden. Dit heeft als voordeel dat niet alle gegevens aangeleverd hoeven worden en dat snel op een verzoek kan worden beslist. Pas als blijkt dat er bijzondere omstandigheden van toepassing zijn volgt het verzoek om stukken te overleggen. Aan 442 belastingplichtigen is op deze wijze in 2019 automatisch kwijtschelding verleend.

Er zijn in totaal, naast bovengenoemde automatische kwijtschelding, 307 verzoeken om kwijtschelding ingediend, waarvan er 162 al dan niet gedeeltelijk, zijn toegewezen.

Het totale kwijtscheldingsbedrag was voor 2019 geraamd op € 357.590. In 2019 is een bedrag van € 331.921 aan belastingen kwijtgescholden waarvan € 40.929 betrekking had op belastingaanslagen voor eerdere belastingjaren.

Lokale lastendruk en beleidsindicatoren

Hieronder treft u een overzicht aan van de diverse tarieven van de omliggende gemeenten in vergelijking met de tarieven van onze gemeente:

Tarieven in de regio 2019

Pijnacker-Nootdorp

Delft

Lansingerland

Leidschen-dam-Voorburg

Midden-Delfland

Rijswijk

OZB:

Eigendom woning

0,0992

0,1305

0,1095

0,0813

0,1205

0,0991

Eigendom niet-woning

0,2191

0,2775

0,2348

0,3676

0,2267

0,4922

Gebruik niet-woning

0,1558

0,2172

0,1908

-

0,1627

-

Afvalstoffenheffing:

1-persoonshuishouden

232

226

150

293

239

255

Meerpersoons-huishouden

315

354

187

355

318

338

Rioolheffing:

228

226

245

144

228

167

(De tarieven zijn afgerond op gehele euro’s.) bron: COELO

Beleidsindicatoren:

Toekomstige ontwikkelingen

Herziening financiële verhoudingen

Het Rijk en gemeenten spraken af om toe te werken naar een herziening van de financiële verhoudingen. Op 18 oktober 2019 heeft minister Ollongren in een brief aan de Tweede Kamer (kenmerk 2019-0000542650) de stand van zaken medegedeeld inzake de herijking van het gemeentefonds.

In de brief wordt aangegeven dat het herijkingsonderzoek in maart 2019 in nauwe samenwerking met de VNG is gestart. De fase van de dataverzameling is afgerond en er wordt gewerkt om via een statistische analyse stapsgewijs tot een nieuwe verdeling te komen. Begin februari 2020 wordt het voorstel voor de nieuwe verdeling ter consultatie aan de VNG en de Raad voor het Openbaar bestuur aangeboden. Het streven is om in het voorjaar 2020 tijdens het bestuurlijk overleg financiele verhoudingen de nieuwe verdeling vast te stellen. De nieuwe verdeling zal dan in de meicirculaire van 2020 gepubliceerd worden.